Met grote verbazing en onbegrip heeft de NRTO kennis genomen van de berichtgeving in de media over het voornemen van het kabinet om de STAP regeling per 1 januari 2024 te beëindigen. Dit voornemen rijmt niet met de ambitie m.b.t. Leven Lang Ontwikkelen van dit kabinet en de maatschappelijke uitdagingen waar we in Nederland voor staan.
STAP is een goed instrument gebleken om de leercultuur in Nederland te bevorderen en mensen daarbij financieel te ondersteunen.
Zo heeft de STAP-regeling tot nu toe al ruim 200.000 mensen aan het leren gebracht en bereikt bovendien een groep mensen voor wie scholing belangrijk is. Uit de cijfers van toegekende aanvragen blijkt dat een diverse doelgroep wordt bereikt, waarvan de helft maximaal MBO-4 opgeleid is. Deze doelgroep wordt beter bediend dan onder de oude fiscale scholingsaftrek regeling. Ruim de helft (58% van de aanvragers) wil zich met het STAP budget bijscholen om het huidige werk beter te kunnen doen en 42% wil zich omscholen of mogelijkheid creëren om ander werk te gaan doen.
Natuurlijk zijn er nog gebreken aan de regeling. Maar dan moeten we die verder verbeteren, en niet het kind met het badwater weggooien.
“Met dit voornemen van het kabinet zetten we een stap terug in plaats van vooruit in het leven lang ontwikkelen. Dit, terwijl we juist nu een goed opgeleide beroepsbevolking nodig hebben die duurzaam inzetbaar blijft in een veranderende arbeidsmarkt” aldus Ciel Stevens (directeur NRTO)
Het leven lang ontwikkelen voor volwassenen is van groot belang met het oog op onze maatschappelijke uitdagingen, zoals de krapte op de arbeidsmarkt, de energietransitie, de bouwopgave, en innovaties die steeds sneller gaan waar IT kennis en digivaardigheden worden gevraagd.
Laten we de STAP regeling beter maken en een opmaat zijn voor een toekomstig systeem van leerrechten voor korte en meerjarige opleidingen. Als dit via de financiering van leerrechten gaat, levert dit Nederland meer op. Uit SEO onderzoek naar post initieel onderwijs blijkt namelijk helder: vraagfinanciering zal leiden tot lagere publieke uitgaven per deelnemer door minder ziekteverzuim en lagere uitkeringslasten, terwijl de effectiviteit hoger is: een hogere arbeidsproductiviteit en meer deelnemers die laten zich scholen. De gewenste en benodigde leercultuur zal zo ook verder bevorderd worden.