De Inspectie van het Onderwijs heeft in een derde ronde mbo-scholen bevraagd hoe zij in de coronacrisis het onderwijs hebben vormgegeven. Voor het eerst zijn dit najaar ook de niet-bekostigde instellingen daarin meegenomen. Het rapport hierover is onlangs verspreid.
Het is goed om te concluderen dat het beeld van het privaat mbo dat uit de monitor spreekt, redelijk positief is. Een kleiner deel van de instellingen ervaart weliswaar grote uitdagingen, maar de meeste instellingen varen redelijk goed tot goed, blijkt uit de rapportage.
Het overgrote deel van de lessen en examens kon gewoon doorgaan, de diploma’s werden soms met vertraging maar zonder concessies uitgereikt, de kwaliteit blijft op peil. Wel blijft de beroepspraktijkvorming een zorg, en is er bij de helft van de niet-bekostigde instellingen een terugloop in aanmeldingen te constateren. Ook extra kosten en hoge werkdruk van medewerkers werden als zorgpunten genoemd.
Over het algemeen gaven de instellingen aan dat de studenten goed in beeld waren en bleven. Hun aanwezigheid werd ook nu bijgehouden en hun motivatie was goed in beeld, voornamelijk door digitale en/of fysieke gesprekken met docenten maar ook door
- tevredenheidsmetingen
- evaluaties
- enquêtes
- en gesprekken met werkgevers.
Verschillende bestuurders benadrukten daarbij het voordeel van de kleinschaligheid van de instelling en de daarmee gepaard gaande korte lijnen. Ook zetten de instellingen in op kwaliteit van het onderwijs; er worden specifieke activiteiten ondernomen om daar zicht op te krijgen.