Mbo-scholen willen na de start van het nieuwe studiejaar zo snel mogelijk weer volledig onderwijs kunnen bieden op de onderwijslocaties aan in elk geval de studenten tot en met 17 jaar.
De MBO Raad, JOB, LAKS, NRTO en werknemersorganisaties AOb, BVMBO, CNV Onderwijs, FNV Overheid, UNIENFTO vragen het kabinet om een helder perspectief.
Door de leeftijdsgrens tot en met 17 jaar te koppelen aan het type onderwijs zorgt het kabinet in feite voor kansenongelijkheid voor mbo’ers.
Het is niet uit te leggen dat 17-jarige leerlingen op het vo wél naar school kunnen en 17-jarige studenten in het mbo niet,´ zeggen de vertegenwoordigers. Een derde van de studenten in het mbo valt in deze leeftijdscategorie.
De organisaties waarderen de zorgvuldige stappen die het kabinet tot nu toe steeds heeft gezet uit de intelligente lockdown. “Het is natuurlijk evident dat veiligheid van iedereen, dus ook de studenten en medewerkers in de scholen voorop staat,” vinden Frank van Hout (MBO Raad), Jurgen van den Hel (JOB), Pieter Lossie (LAKS), Ria van ‘t Klooster (NRTO), Jan de Vries (CNV Onderwijs), Tamar van Gelder (AOb), Marjolein Held (BVMBO), Bernard Koekoek (FNV Overheid) en Jan van den Dries (UNIENFTO).
“Onze studenten krijgen helaas niet dezelfde onderwijsvrijheid als bijvoorbeeld leerlingen in het vo. Hoe kan het dat met in het achterhoofd de coronatrends én de adviezen van het OMT het beroepsonderwijs met handen en voeten gebonden blijft aan afstandsonderwijs, 1,5 meter afstand en vervoersbeperkingen?”
De organisaties maken zich zorgen over de consequenties daarvan voor de studenten. “We hebben de afgelopen maanden met kunst- en vliegwerk kunnen overbruggen, met geweldige inzet van iedereen in en om de school om afstandsonderwijs zo goed mogelijk vorm te geven. Maar de kern van het mbo is het praktijkonderwijs. En dat kan niet worden gegeven op afstand. Daar is echt één op één contact tussen docent, instructeur en student voor nodig.”
De afgelopen maanden zijn de studenten dan ook niet in de koude kleren gaan zitten. “We merken dat er wel degelijk achterstanden opgelopen zijn. Als dat langer zo blijft is het de vraag of die ook weer in te lopen zijn. Er zullen ook studenten zijn die dat nu al niet zal gaan lukken. We moeten dus alles op alles zetten om verdere achterstanden te voorkomen. Voor de studenten van nu, maar ook voor de studenten die komend studiejaar gaan beginnen. Krijgen we die ruimte niet, dan neemt ook het risico op voortijdig schooluitval van juist deze groep toe.“
De organisaties zijn stevig in hun oordeel over het kabinetsbesluit om het mbo nog grotendeels ‘op slot’ te houden. “Een derde van onze studenten valt in dezelfde leeftijdscategorie als de vo-leerlingen die na de zomer weer gewoon naar school kunnen. Tot en met 17 jaar dus. Door onderwijs in de gebouwen sterk te beperken worden deze studenten voor een belangrijk deel verplicht tot afstandsonderwijs. Daarmee benadeel je ze op twee manieren. Ze worden én achtergesteld op hun leeftijdsgenoten. Én ze kunnen niet het volledige onderwijs volgen waarvoor ze hebben gekozen toen ze zich inschreven voor het mbo.”
Voor vavo-deelnemers gaan overigens dezelfde beperkingen gelden. “Terwijl zij hetzelfde programma volgen als vo-leerlingen, maar dan op een roc. Ook een vorm van ongelijkheid.”
De MBO Raad, JOB, LAKS, NRTO en werknemersorganisaties AOb, BVMBO, CNV Onderwijs, FNV Overheid, UNIENFTO pleiten dan ook in reactie op de door het kabinet bekend gemaakte plannen voor het mbo voor twee zaken.
“Stel na de zomer het mbo in elk geval volledig open voor álle eerstejaarsstudenten. Over het algemeen is dat een behoorlijk homogene groep, met studenten tot en met 17 jaar; zorg dat zij én andere eerstejaars een vliegende start kunnen maken in het nieuwe studiejaar mét praktijkonderwijs op locatie. En bied het beroepsonderwijs voldoende perspectief. Als de coronaomstandigheden zo blijven verbeteren als ze nu doen, moet het mbo op korte termijn, bijvoorbeeld na de herfstvakantie volledig open kunnen voor álle studenten. Dat is in het belang van het onderwijs zelf, maar helemaal in dat van de studenten. Zij moeten weer gewoon naar hun opleiding en stages kunnen.”