Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een belangrijke wijziging aangekondigd in de Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg. Deze regeling, gestart in tijden van Covid-19 en dus oorspronkelijk ontworpen om werklozen en mensen met een dreigend baanverlies te ondersteunen, is nu beschikbaar voor iedereen die betaald werk verricht. Hiermee is een langlopende ongelijkheid beslecht. Lees hier de Officiële bekendmaking. De NRTO blijft zich inzetten zodat ook branchegerichte opleidingen hierin worden opgenomen.
Ongelijkheid opgelost?
In het mbo zijn er twee typen opleiders: zij die per student overheidsbekostiging krijgen voor erkend onderwijs en zij die erkend onderwijs aanbieden maar wiens opleiding betaald wordt door de werkgever, de student of beiden. Inhoudelijk vallen beiden onder hetzelfde toezicht en leiden zij op voor hetzelfde kwalificatiedossier. Het is een goede zaak dat werkgevers nu ook gecompenseerd worden voor hun inspanningen als hun student ingeschreven is bij een niet bekostigde overheidserkende opleider.
Brancheopleidingen
Kortom dit is een goede eerste stap. Zijn we er daar mee? Dat valt te bezien. In de internetconsultatie is een volgende fundamentele ongelijkheid aangestipt; het onderscheid tussen branche-erkende opleidingen en certificaten die behaald kunnen worden in het mbo-onderwijs. Het mbo kent in de derde leerweg diplomagericht trajecten, certificaten voor korte opleidingen en praktijkverklaringen. Sommige werkgevers hebben echter in georganiseerd verband een eigen brancheopleidingssysteem opgezet. Het certificaat van een dergelijk brancheopleidingssysteem en dat van een certificaat in het mbo-onderwijs lijken ook sterk op elkaar. Er zijn voorbeelden bekend waarbij exact dezelfde inhoud is overgeplaatst van het al langer bestaande brancheopleidingssysteem naar dat van een (nieuwer) mbo-certificaat. De subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg compenseert de werkgever nu wel voor de begeleiding verricht bij een mbo-certificaat en niet via het eigen branchesysteem, omdat de kwaliteit van dat laatste onvoldoende geborgd wordt (aldus de toelichting bij de officiële bekendmaking 3.2.2 non formeel onderwijs).
Gelijke onderwijsroutes en gelijke systemen
Dit is een besluit dat meer aandacht verdient. Je zou haast denken dat we een luxeprobleem hebben bij het goed en deskundig opleiden van vakmensen in tekortsectoren en daarmee kunnen volstaan met alleen OCW-erkende opleiders en certificaattrajecten, los van de omslachtigheid van deze onderwijsroute. En is de kwaliteitsborging echt onvoldoende? Of is het eerder onbekendheid met anders werkende systemen bij het ministerie?
Na het rechttrekken van deze eerdergenoemde ongelijkheid zou de volgende stap moeten zijn brancheopleidingen ook onder de regeling te brengen. De NRTO gaat ervoor!
Vragen en/of opmerkingen kunnen gericht worden aan senior beleidsadviseur Bozèna van Trigt – bozenavantrigt@nrto.nl