Dinsdag 10 december 2024 zijn de resultaten van het internationale PIAAC-onderzoek naar kernvaardigheden van volwassenen gepubliceerd. PIAAC staat voor Programme for International Assessment of Adult Competencies. Namens de NRTO was senior beleidsadviseur Maaike Vroom aanwezig bij deze bijeenkomst waar staatssecretaris Mariëlle Paul (funderend onderwijs & emancipatie) het onderzoeksrapport in ontvangst nam. Uit het rapport blijkt dat Nederland internationaal goed scoort: we staan op de vierde plaats voor taalvaardigheid, derde voor rekenvaardigheid, en vijfde voor probleemoplossend vermogen. Deze scores liggen significant boven het OESO-gemiddelde.
Uitdagingen blijven
Terwijl Nederland in internationale ranglijsten hoog scoort, blijft een aanzienlijk deel van de bevolking moeite hebben met basisvaardigheden. Zo heeft 15,9% van de 16-65-jarigen lage taalvaardigheden. Zij hebben moeite met het lezen van langere teksten of het vergelijken van verschillende soorten informatie. Daarnaast heeft 15,5% van deze groep lage rekenvaardigheden. De overlap tussen beide groepen is groot: acht op de tien volwassenen met lage taalvaardigheden, beschikt ook over een laag niveau van rekenvaardigheden. Omgerekend naar absolute aantallen gaat het om ongeveer 2,2 miljoen volwassenen tussen de 16 en 65 jaar met lage taal- en/of rekenvaardigheden. Factoren zoals opleidingsniveau, sociale achtergrond en migratiegeschiedenis spelen hierbij een rol.
66-plussers beschikken over aanzienlijk lagere niveaus van kernvaardigheden
In Nederland is aanvullend onderzoek uitgevoerd om de kernvaardigheden van 66-75-jarigen in kaart te brengen. De resultaten laten zien dat deze groep aanzienlijk lager scoort dan jongere volwassenen. Maar liefst 39% van de 66-plussers behaalt het laagste niveau op taalvaardigheid en valt daarmee in de categorie laaggeletterdheid. Daarnaast is 33% van de ouderen laaggecijferd. Het gaat om ongeveer 860.000 volwassenen.
Aandachtspunten voor beleid
Het onderzoek benadrukt dat Nederland internationaal goed presteert, maar dat er extra aandacht nodig is om laaggeletterdheid en beperkte basisvaardigheden aan te pakken. Geletterdheid moet in een brede context worden begrepen, waarbij praktische toepassingen net zo belangrijk zijn als scores. Dit vraagt om beleid gericht op een Leven Lang Ontwikkelen met speciale aandacht voor kwetsbare groepen, zoals ouderen, migranten en mensen met een lagere opleiding. Laaggeletterdheid is niet alleen een individueel probleem, maar een maatschappelijke uitdaging die inclusieve oplossingen vereist.
Een integrale aanpak van basisvaardigheden
De resultaten van het PIAAC-onderzoek laten zien dat 2,2 miljoen volwassenen in de leeftijd van 16 tot 65 jaar in Nederland moeite hebben met basisvaardigheden zoals lezen en rekenen. Wanneer ook de groep van 66- tot 75-jarigen wordt meegerekend, loopt dit aantal op tot circa 3 miljoen volwassenen. Het PIAAC-onderzoek bevestigt de noodzaak om te komen tot een stevige, integrale aanpak van basisvaardigheden voor volwassenen. Een aanpak waarin private opleiders een cruciale rol spelen. Onder regie van gemeenten werken zij samen met bibliotheken, roc’s, maatschappelijke en welzijnsorganisaties om laaggeletterden effectief te bereiken, begeleiden en scholen binnen een passend onderwijsaanbod. Binnen een integrale aanpak werken private opleiders samen met deze partners aan:
- Maatwerktrajecten voor laaggeletterden en laaggecijferden, waarin taal-, reken- en digitale vaardigheden praktisch worden toegepast.
- Korte en modulaire Leven Lang Ontwikkelen (LLO-)trajecten, die toegankelijk zijn ingericht.
- Branchegerichte trajecten, waarbij een balans wordt gezocht tussen de behoeften van deelnemers, de vraag van bedrijven en het te realiseren opleidingsaanbod.
- Trajecten waarin basisvaardigheden worden gekoppeld aan vakvaardigheden.