Nieuwe beleidsregel moet oneerlijke concurrentie voorkomen
Op woensdag 14 april is de nieuwe beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten gepubliceerd. In deze beleidsregel staan de voorwaarden waaronder bekostigde mbo en hbo onderwijsinstellingen met publieke middelen mogen investeren in private onderwijsactiviteiten en heeft als doel de private activiteiten van instellingen die bekostigd onderwijs aanbieden transparanter en daarmee inzichtelijker te maken.
Deze beleidsregel moet voorkomen dat er oneerlijke concurrentie plaatsvindt. De nieuwe beleidsregel vervangt de eerdere regels op dit terrein. De voorwaarden voor bekostigde onderwijsinstelling om private activiteiten te ontplooien zijn:
1) De private activiteit moet in lijn zijn met de wettelijke taak van de bekostigde instelling.
2) Er moet sprake zijn van een capaciteit voor de bekostigde wettelijke taak (personeel en materieel) die is afgestemd op die bekostigde wettelijke taak. “Restcapaciteit” voortkomend uit de wettelijke taak kan alleen onder voorwaarden tijdelijk worden ingezet bij de private activiteit.
3) De investering is proportioneel.
4) De investering mag niet leiden tot oneerlijke concurrentie. De ten minste integrale kostprijs moet in rekening worden gebracht.
5) De private activiteit waarin met publieke middelen wordt geïnvesteerd, levert aantoonbare meerwaarde op voor de bekostigde wettelijke taak.
6) Een positief resultaat uit private activiteiten waarin met publieke middelen is geïnvesteerd, wordt aan het publieke eigen vermogen toegevoegd.
7) Over de investeringen met publieke middelen in private activiteiten wordt volledig en transparant verantwoording afgelegd in het bestuursverslag