In opdracht van het ministerie van VWS hebben I&O research en Berenschot een evaluatie en toekomstverkenning gemaakt over de subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II 2016-2019. De onderzoekers hebben gekeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de subsidie en doet aanbevelingen over de voortzetting.
De tekorten in de zorg
Arbeidsmarkt krapte is de belangrijkste uitdaging waar zorgverleners mee te maken krijgen. Dit personeelstekort zorgt voor een gebrek aan stageplaatsen, wat weer het personeelstekort verder vergoot omdat er minder mensen opgeleid worden. Dit is de reden dat de overheid via subsidie meer stageplaatsen wil creëren om zo het personeelstekort in de zorg aan te pakken.
Effect subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II
Volgens de onderzoekers zorgt de subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II niet voornamelijk voor een toename in het aantal stageplaatsen, maar verhoogt het vooral de kwaliteit van de beschikbare stageplaatsen. Echter is er wel een kleine groei in het aantal stageplaatsen, en is het onduidelijk wat het aantal plaatsen zou zijn zonder deze regeling. Per saldo is er dus een licht positief effect op het aantal stageplaatsen.
Uit het rapport blijkt dat het geld redelijk efficiënt en doelmatig wordt besteed, maar dat de prikkelwerking van de subsidie nog verbeterd kan worden. Zo zouden specifiekere voorwaarden het aantal stageplaatsen nog kunnen verhogen.
Particuliere onderwijsvolgers krijgen geen subsidie
Deze regeling heeft als doel de tekorten in de zorg aan te pakken. Echter studenten die een opleiding in de derde leerweg volgen bij een private opleider, hebben geen recht op subsidie voor hun stageplaats. Dit is merkwaardig aangezien het rapport ook aangeeft dat deze (zij)instromers juist essentieel zijn, en één van de grootste bijdrages leveren aan het opvullen van tekorten in de zorg. Het op een na meest gegeven advies vanuit de zorginstellingen was daarom ook het mogelijk maken van subsidies voor studenten uit de derde leerweg. Ook snappen veel zorginstellingen niet waarom zij voor de ene student wel, en voor de andere student geen subsidie ontvangen.
“Particuliere onderwijsinstellingen dragen doelgericht bij om de tekorten in de zorg te verminderen. Maar dat is alleen mogelijk als ook hun studenten een kwalitatief goede stage kunnen lopen. Aangezien de subsidie naar de stageplaats gaat en niet naar de onderwijsinstelling zou het niet uit moeten maken waar je onderwijs volgt en in welke variant. Voor de derde leerweg moet de subsidie ook beschikbaar zijn. Zo werken we efficiënter aan de tekorten in de zorg.” Aldus Ria van ’t Klooster, directeur NRTO.